Een middel tegen landschapspijn
‘ik huil, ik huil, ik huil een rivier; de bergen zijn zo hoog; ik verloor mijn ziel, mijn ziel, mijn ziel, wat moet ik nu nog hier’
De 25 jaar dat ik in de Bosscherwaarden woon, beheer ik aan de dijkhelling 3 percelen weiland. Een daarvan heb ik in onderhoudspacht en voorheen hebben daar schapen gelopen. Elk voorjaar fleurt het zachte lila van de Pinksterbloem het gras op, gevolgd door het geel van de boterbloem en cyclaam roze van de Rode Klaver. De andere twee percelen zagen in het begin strak groen, met hier en daar een Paardenbloem. Hier hadden koeien gelopen en werd mest uitgereden. Na jarenlange verschraling zijn er weer meer soorten teruggekomen, kleurt de dijkhelling in de vroege zomer zacht bruin van de bloeiende Glanshaver en zoemen de bijen over de Akkerdistels.
In de Bosscherwaarden liggen ook percelen, die voor veeteelt in gebruik zijn. Deze zien groen en geel van gras en maïs. Hoogleraar trekvogelecologie Theunis Piersma heeft landschapspijn zegt hij. Daarmee beschrijft hij zijn verdriet dat hij heeft over levenloos landschap. De oorzaak hiervoor is nog niet gevonden, maar er zijn wel sterke aanwijzingen dat het te maken heeft met de hoogproductieve landbouw. Steeds meer land is in gebruik genomen als boerenland en in de afgelopen eeuw moest dat land ook steeds meer gewas opbrengen. Drassige uiterwaarden, plassen, heggen, houtwallen, bomengroepen zijn uit het landschap verdwenen. Naast de gewenste gewassoort is het overige leven weggedrukt. Overmatige bemesting en ontwatering maken het ook niet makkelijker om een meer gevarieerd landschap te ontwikkelen.
De gemeente Wijk bij Duurstede kent nog geen biologische boer en dat is jammer. Een veehouderij met een sober levend koeienras geeft weliswaar minder melk, maar daar staat tegenover dat de veearts zelden hoeft te komen, dat er geen krachtvoer nodig is en dat de boer een hogere melkprijs ontvangt. Een extensieve, grondgebonden veehouderij kan de fosfaat- en nitraatkringloop sluiten en het landschap weer levendig maken, met bloemen, bijen, weidevogels, koeien. Alleen wat ik hoor van boeren om me heen is dat ze produceren voor een economisch systeem waar ze niet zomaar uit kunnen stappen. Ze hebben de 100 hectare land in de Bosscherwaarden hard nodig voor intensieve gewasteelt om aan de grondgebonden veehouderijnorm te kunnen voldoen.
Nu buigt de politiek zich ook over het land in de Bosscherwaarden. Dit gebied ligt in het Nederlands Natuur Netwerk en het land hoort daarom eigenlijk de rivier toe. Er is alleen vanuit Rijkswegen geen geld om de 100 hectare landbouwgrond uit productie te nemen, sinds oud-minister Bleker de financiering heeft gestopt. Voor gebieden met de aanduiding Groene Contour – zoals ook de Bosscherwaarden – is private financiering nodig om het gebied aan te kopen en opnieuw in te richten als natuur. Er heeft zich nog geen filantroop gemeld, maar wel een initiatiefnemer die zand wil winnen en slib storten. Een ondernemer die zich de naam van het gebied eigen heeft gemaakt in een zuster B.V. is sinds december 2013 in de weer om plannen voor vergunningverlening te overleggen aan de Raad en het College van Burgermeester en Wethouder.
Sinds die tijd heb ik landschapspijn! Gaat het groen en geel plaatsmaken voor bergen zand? Is het straks jarenlang dat ik huil, niet vanwege de stilte van het lege landschap, maar vanwege het geluid van een zandscheidingsmachine en een grijper die slib uit een vrachtschip lost in een plas met water, die is ontstaan door het zand dat is uitgegraven? En dan als de ondernemer klaar is en de natuur het mag hebben, ik weer huil omdat het nog zolang stil is voordat de natuur haar werk heeft gedaan?
Plannenmakers beloven riviernatuur naar evenbeeld van de Blauwe Kamer. Nu knaagt er iets aan me. In de Blauwe Kamer is zand afgegraven om een nevengeul aan te leggen. In de Bosscherwaarden wordt het land eerst diep afgraven en later weer volgestort om het land weer te verondiepen tot een nevengeul. Met al dat grondverzet gaat veel tijd en geld gemoeid. De weg er naartoe is anders. In de Bosscherwaarden is zandwinning een middel geworden om natuurbouw te financieren. Alles wat de rivier in de Bosscherwaarden aan zand heeft neergelegd, wordt afgegraven en vervangen door slib. Vele miljoenen kubieke meters delfstof wordt gewonnen. Dat is iets heel anders dan de tonnen gewasteelt per vierkante meter. Dit is industrie waarin hele andere bedragen omgaan. Dit is landschapspijn in de overtreffende trap.
Nu krijg ik met de aankomende gemeenteraadsverkiezing een middel tegen mijn landschapspijn. Ik kan mijn stem uitbrengen op een politieke partij die tegen zandwinning en slibstort is. En dan heb ik vervolgens nog een College nodig dat zich gaat richten op een levendig landschap in de Bosscherwaarden: de bomengroepen zijn er al, de Bever, Kieviten, Steenuil ook en door de intensieve landbouw te extensiveren, kan een bloemrijk landschap ontstaan met vogelgezang en zoemende bijen. Ik zou zeggen een win-win-win-win: boeren, burgers, bewoners en natuur blij.